maandag 21 april 2014

Paashaas (man/vrouw)

Ik keek er naar uit, de Paasdagen. Voor mij is dat zo’n beetje het begin van het goeie deel van het jaar. En: wees eerlijk, het was zaterdag toch prachtig weer? Prima weer om de eitjes te verstoppen, ware het niet dat
mijn kinderen die dingen op eerste paasdag niet meer gaan zoeken. Ik kan me dus de moeite besparen en die dingen meteen in een bakkie op tafel kwakken. Verbazingwekkend hoe snel ze dan weg zijn… ‘Ze’ hebben de smaak te pakken!
Op zaterdag loop ik gewoontegetrouw ook even binnen bij de Bruna. Even gauw de tijdschriftrekken bij langs (op de zaterdag voor Pasen neem ik natuurlijk het voordeelpakket Libelle-Margriet mee voor het thuisfront, om een goeie beurt te maken), snel even langs de computerboeken en het krantenrek… Welverdraaid: NRC met op de voorpagina de aankondiging van een bijlage over de super-ongemotiveerdheid van de Nederlandse leerling. Je snapt: al stonden de Paasdagen voor de deur, hier lag de verleiding in het krantenrek…. Bruna blij, ik een onderwijsbijlage, verpakt in krantenpapier, als een ei in een dop.

Nu blijkt die bijlage vol met meningen te staan. Meningen van leerlingen VO, meningen van ouders, meningen van deskundigen en artikelschrijvers, Ton van Haperen (berucht columnist bij de AoB). Al die meningen kun je inderdaad samenvatten onder de kreet op de voorpagina: “Boeiuh!!”
Al die meningen gaan natuurlijk over school en onderwijs. Onderwijs dat de leerling niet kan boeien (en daarom werkt ie voor zesjes), onderwijs dat ouders vaak ook niet boeit behalve als het om resultaten gaat, ach eigenlijk alles wel wat iedereen overal van vindt.
Vanwaar deze bijlage bij de krant, zul je je afvragen? Of misschien heb je in je ‘eigen’ krant ook al iets gelezen over hetzelfde onderwerp?
Voor wie het nog niet weet: onlangs is het Onderwijsverslag 2012-2013 door de Onderwijsinspectie uitgebracht (voor wie het woord ‘inspectie’ een vies woord is geworden, lees hier beslist niet verder; je bent gewaarschuwd).

In dit Onderwijsverslag wordt allereerst geconstateerd, aan de hand van internationale scorelijstjes, dat de minst gemotiveerde leerlingen en studenten in Nederland naar school gaan. Vervolgens wordt ons keurig uitgelegd hoe een en ander zit…
De meeste leerlingen/studenten zijn tevreden over hun opleiding. Dat neemt toe naarmate het opleidingsniveau hoger is. Tegelijkertijd is de motivatie erg laag; naar school gaan is vooral anderen ontmoeten. De inspecteur-generaal constateert bij schoolbezoeken gebrek aan enthousiasme en kan het plezier in leren niet goed terugvinden. Waar zou het aan liggen? Gelukkig zien de inspecteurs ook vaak prachtige voorbeelden van inspirerende en motiverende lessen; wat moet er in het onderwijs gebeuren om die betrokkenheid vaker te zien?

En nu komt het, pas op. ‘Er is de afgelopen jaren op scholen veel geïnvesteerd in beter registreren en
in kwaliteitszorgsystemen; gegevens over leerlingen zijn dus beter en sneller beschikbaar,  problemen en achterblijvers kunnen sneller worden gesignaleerd en kunnen voorzieningen voor zorg en ondersteuning sneller worden ingezet. Toch is hiervan vaak weinig terug te zien in het klaslokaal, en merken leerlingen er soms niets van. Leraren lukt het lang niet altijd investeringen op schoolniveau te benutten in hun dagelijkse lessen.’

Geen woord over BAPO of salaris. Niks over grote klassen. Gebrek aan motivatie bij leerlingen ontstaat ondanks het feit dat je over registratiesystemen beschikt en info onder handen hebt. Kortom: je doet gewoon je werk niet goed. ’t Is maar even dat je het weet.

Mijn lichtend voorbeeld, Ton van Haperen, leraar economie, lerarenopleider en publicist, zegt er het volgende over: ‘Van de omgeving zal het niet komen en dus is het aan ons leraren om de bevindingen van de inspectie op ons fatsoen te trekken. Alleen wij kunnen de intensiteit van onze lessen opvoeren.
Dure cursussen, laat maar. Effectieve praktijkkennis ontwikkelen we met elkaar. In en rond de klas. Terug naar het ambacht, daar tijd voor opeisen, elkaar aanspreken, dat is de strategie die de Nederlandse pubers weer aan het leren krijgt. En het klinkt bizar, maar dat is nieuw.


Twee jaar geleden publiceerde de inspectie ook een schokkend rapport. Toen de constatering dat één op drie leraren op vier havo slecht functioneert. Nergens ter wereld doubleren zoveel kinderen als in die klas. Na een itempje op het journaal en een stukkie in de krant bleef het oorverdovend stil. Deze onverschilligheid, zullen we dat nooit meer doen? Elk jaar in april zo’aframmeling doe t de status van het beroep namelijk bepaald geen goed…’

Kortom: tijd voor hernieuwd vakmanschap, is de boodschap. Of je bent het haasje…

zondag 13 april 2014

Eerste succes Bond van Vrije Siamezen

Voordat jullie het deze week uit de Nederlandse kranten halen kan ik je tot mijn grote vreugde meedelen,
dat dankzij de noeste arbeid, de onvermoeibare inzet en enorme drive Wifi het eerste succes voor haar Bond
van Vrije Siamezen heeft binnengehaald! Minister Lodewijk Asscher kon er deze week niet meer omheen: tegen zo´n Siamees kun je niet op! 
Kijk aan: 840 jonge leerkrachten zonder werk kunnen eindelijk instromen, want de minister heeft ergens een geldlaatje met 11 miljoen pegulantjes gevonden. Voor wie het niet helemaal voor zich ziet: € 11.000.000,-! Ja, ja, dat is wel even geld tellen…
Dolenthousiast kwam Wifi thuis vertellen wat haar gelukt was: nog nooit daarvoor in de wereldgeschiedenis had een kat zoveel geld binnengehaald voor … Ja, waarvoor eigenlijk?
Nog eens even die tekst nalezen…

Voor een banenplan in het basisonderwijs legt minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken 11 miljoen euro op tafel. Voor een banenplan in de ICT-sector stelt hij 5 miljoen euro beschikbaar. 
Werkgevers en vakbonden in deze sectoren dragen eenzelfde bedrag bij. Asscher heeft dat woensdag bekendgemaakt.
Met het geld voor het basisonderwijs kunnen 840 jonge werkloze leerkrachten extra instromen, bijvoorbeeld als klassenassistent.
Verder wordt de instroom mogelijk van 560 jonge leerkrachten doordat oudere leerkrachten ermee ophouden of andere taken krijgen. Ook wordt geprobeerd achthonderd met ontslag bedreigde leerkrachten in krimpgebieden elders aan de slag te helpen.
Van de website van het Ministerie van Sociale zaken halen we dit op:
  • Het kabinet heeft 600 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de medefinanciering van plannen van werkgevers en werknemers die bijdragen aan behoud van werk. Daarnaast wordt speciale aandacht besteed aan de arbeidsmarktpositie van ouderen en jongeren.
  • Uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) wordt € 30 miljoen extra geïnvesteerd in de aanpak van jeugdwerkloosheid. Dit komt bovenop de 50 miljoen die voor dit doel al eerder was uitgetrokken.
En de minister van Onderwijs heeft ook plannen:

Naast de €689 miljoen die vrijkomt met het Nationaal Onderwijsakkoord wordt ook de prijsbijstelling (€ 204 miljoen) voor het onderwijs in 2014 uitgekeerd. Deze was aanvankelijk dit voorjaar ingeboekt als bijdrage aan het bezuinigingspakket van € 6 miljard. Met de prijsbijstelling kunnen scholen de inflatie opvangen. Beide bedragen zijn nog niet in de OCW-begroting opgenomen maar zijn daarvoor wel gereserveerd omdat het akkoord pas later definitief zijn beslag krijgt. In het aanvullende begrotingsakkoord 2014 is voor onderwijs € 650 extra uitgetrokken. Schoolboeken blijven gratis en er komen meer conciërges en klassenassistenten.

Nou es even natellen, hoor… De minister van Sociale Zaken heeft een pot van € 600 miljoen beschikbaar voor medefinanciering van plannen van werkgevers en werknemers, er is ook nog een potje van € 30 miljoen uit Europa.
De minister van Onderwijs heeft 689 miljoen beschikbaar gesteld; verder had ze nog 204 miljoen ingeboekt als bezuiniging, maar scholen mogen dit dan toch gebruiken voor inflatie-correctie (gelukkig, wat een fijne minister).
Wat er nu precies bedoeld wordt met die zin dat er in een aanvullend begrotingsakkoord voor onderwijs € 650 is uitgetrokken… Dit  moet vast zijn 650 miljoen euro (en zo zie je dat zelfs een minister rare dingen opschrijft).

Ik heb met Wifi een rekensommetje gemaakt. Als je de 630 miljoen van sociale Zaken optelt bij de 893 miljoen + de aanvulling van 650 miljoen van het ministerie van Onderwijs kom je samen op ruim 2 miljard. Dat ziet er zo uit: € 2.100.000.000,-

Wifi is vanmiddag opnieuw op de trein gestapt, met hangende schouders. Ik heb haar af kunnen brengen van de gedachte voor de trein te springen. Ik zei het maar zo: “Dat kan altijd nog. Ga eerst maar eens terug naar Den Haag en vraag waarom er maar een bedrag van 11.000.000,- euro overblijft voor 840 jonge mensen, die graag aan de bak willen in het onderwijs… Waar wij ze prima kunnen gebruiken!

Voordat Wifi vertrok hebben we samen een verzoek aan jullie opgesteld: “Willen jullie een Open Brief schrijven aan alle grote kranten en de onderwijsbonden in Nederland, waarin je oproept nu eindelijk eens serieus aan te geven wat er met dat extra geld voor onderwijs moet (!) gebeuren.
Mocht er vanuit de Kamer, het kabinet of uit de Besturenraad een vraag komen over een goed bestedingsdoel… Wifi en ik zitten Goede Vrijdag klaar bij de telefoon!

zondag 6 april 2014

Activiteiten-obesitas

Weekend. Een beladen term, voor eigenlijk wel iedereen. Een term die vraagt om enige invulling, zonder nu meteen in voorschriften te vervallen. Want wat is dat: weekend?
Voor de één is dat: twee dagen om alles wat ik in mijn handen te laten vallen, mijn ziel in een andere koers te dwingen en zogenoemde ontspannende dingen  te doen.
Voor de ander is het: in een lager tempo de losse eindjes van de voorgaande week te knopen, en alvast wat nieuwe stukjes touw te knippen voor het betere knoopwerk.
Weer een ander zal zich twee dagen lang afvragen wat het nut was van de voorgaande vijf (of minder) werkdagen, en wellicht is er ook nog iemand die het nut waagt te betwisten van het nut van het onderbreken van de zo geliefde werkweek.


Ik schrijf dit op de zondag. Is dat nu de laatste dag van de voorgaande week (de zevende dag), of is het dag 1 van de nieuwe week? Het belang van het antwoord op die vraag wordt, volgens mijn
bescheiden mening althans, wel onderschat.

Als het de laatste dag is, dan gunt deze dag mij het voorrecht om geheel op apegapen de leegte te ondergaan; ik kan ter kerke gaan om mijn ziel en verstand te richten op belangrijke levensvragen;  ik kan het gezin bijeenroepen, ieder lid er van overtuigen deel te nemen aan een gezonde boswandeling in het kader van voorbereiding op een nieuwe week vol avontuur (waarom geeft dat altijd zo’n gedoe); ik kan het onkruid dat woekert tussen de grassprieten in mijn tuin te lijf gaan; ik kan ledigheid bestrijden met het lezen van boeken….
Gapen. Kerk. Bos. Onkruid. En dat alles met zo’n gevoel van: moet dat nu? Waar was het goed voor?
Maar als het de eerste dag is wordt het ook meteen een dag die in een ander daglicht komt te staan. Een eerste dag is een dag waarop je begint met… Werk? Kerk? Bos? Onkruid?
Gek… Dezelfde dingen. Ander daglicht: alles in de tegenwoordige en toekomstige tijd. Andere motivatie.

Gek word ik er van. Nooit krijg ik de grijze massa tot stilstand? Maar wel eerlijk: als het dan toch niet stil staat, dan graag in de tegenwoordige en toekomstige tijd.

De vakbladen net uitgelezen; ja, beide gaan ze over werkdruk. Teveel, te weinig van het goede, teveel wat moet. Gesprekken van bondsmensen met leerkrachten, gesprekken van bondsmensen met ‘de politiek’’….
Citaat van Bussemaker: “Leraren moeten eens wat vaker ‘nee’ verkopen. Ze kunnen toch zelf ook nadenken? Heeft dit zin? Moet dat echt?”
Of deze, van Anneke de Wolff, directie Leraren Ministerie van Onderwijs (mooi, hè, je kent haar niet eens en ze gaat over jou), op een vraag van een docent die ‘het moeten’ beu is en vraagt of er een plaats is waar je alles kunt vinden wat van de inspectie moet; de Wolff antwoordt: ‘Kijk op de website van de inspectie. Scholen moeten in el geval planmatig werken. Een groepsplan is daarvoor afdoende. Van de inspectie hoef je geen individuele handelingsplannen te maken. En als leraren dat wel moeten: da dan in gesprek met je schoolleider.” En we hebben het dan nog niets eens over SF, BF, DA etc.

Twee keer dezelfde boodschap: leraren kunnen toch nadenken?
Jawel, zul je zeggen, natuurlijk kan ik dat; ik doe niet anders, ik pieker me suf, maar er is niemand die naar me luistert...

Nu denk ik dat ik wel wat tongen heb losgemaakt. Maar ga toch even bij je zelf te rade. Heb jij je vakblad gelezen (of ben je geen lid van een bond)? Heb jij gekeken op de website van de inspectie? Nu ga je dat meteen doen natuurlijk; maar waarom? Om te zoeken wat je niet meer hoeft te doen?
’t Is net als met Passend Onderwijs… Laat je het over je heen komen om vervolgens te roepen dat je zoveel moet?
Ga, als je dan toch even rondneust op internet, ook even naar wij-leren.nl. ’t Is net hoe je naar de zondag kijkt: de laatste of de eerste dag.Inspectie-site of wij-leren.nl.

Ander onderwerp, ook uit de pers: grote-kleine klassen. Kleine klassen zijn beter. Maar hoe klein is klein, en hoe groot is groot? Ik heb er een mooi boekje over gevonden, geschreven in mooie heldere mensentaal: David en Goliath. Nee, het stond niet op de religieuze boekenplank, maar ik mag het wel lezen op zondag. Ik kom er op terug.

En wifi? Vandaag duidelijk de laatste dag van de week. Onkruidstudie, slapen, vogeltjes kijken, vreten, slapen. Niet te porren voor welke intellectuele activiteit dan ook. Zij wordt er niet dik van.