zondag 29 juni 2014

De dwaasheid van de ouderdom

Omvliegen doen ze, de schooljaren. Of komt het omdat ik 'op leeftijd begin te raken?'
Nee, dit keer geen verhaal over de kat. Afgelopen vrijdag, en daarna zaterdag weer, heb ik mij verlaagd tot strijd met moeder aarde. Aarde in de tuin rondom mijn nederige stulp. Voorzien van spade en karretje nam ik mij voor tot een grondige grondverplaatsing over te gaan. Dus: eerst zwarte aarde uit de tuin, en vervolgens geel straatzand er weer in.

Potverdrie, geen sinecure. 10 jaar geleden draaide ik mijn schep daar niet voor om, nu lijd ik aan ernstige spier- en gewrichtspijnen. Een kar volscheppen met mooie zwarte aarde, dat is als zien waar straks het nieuwe straatwerk komt te liggen. Aldus gedaan, en daarna rap vertrokken naar de plek waar dit mooie spul kon worden afgeschept. Ik kan je vertellen: op dat moment stelde ik mij stevige levensvragen. Nee, nee, niet over doorgraven in de zwarte aarde (dat is toch ook weer van te drastische aard), maar wel over de vraag waarom ik op mijn .6-ste nog aan dit soort avonturen begon...

Vervolgens kwam de bulldozer om mijn kar geheel te vullen met geel straatzand. Aldus geschiedde. De eerste voorraad werd nog wat aangedrukt, waarna nog een halve kuub boven op karretje werd geknikkerd. Banden bolden op, links en rechts rolde er weer wat zand af, en mij werd vriendelijk verzocht het geheel af te dekken met een net. De rekening werd voldaan, en ik vertrok met kar en al richting gat. Alras kwam ik er achter dat de kar wel zeer goed gevuld bleek. Piepend en krakend, wippend en duwend achtervolgde de kar mijn auto. Met veel protest werden drempels genomen, en, vanwege het zeer ruim afstand houden door medeweggebruikers, twijfelde ik al rijdend aan de betrouwbaarheid van eerdere adviezen. Onder spiedende blikken van alom arriveerde ik weer bij mijn gat. Onder tijdsdruk werd het karretje van zand ontdaan (en pas toen kwam ik er achter waarom je een zot genoemd mag worden op je .6-ste). Welke gek op het idee komt om na een nacht van regen geel straatzand te willen verplaatsen... Ik ben niet de sterkste man van Nederland.

Het hele weekend heb ik uitgeput bij feestelijkheden aangelegen. Pas nu, bij het typen van dit stukje, ben ik weer in staat twee vingers te heffen. In de wetenschap dat pas dinsdagavond de stratenmaker bij mij voor de deur staat... Precies, om de straat te maken die ik in mijn gedachten heb. Of ik er onder lig of er overheen loop: ik zal het pas woensdagochtend weten.
Succes met de laatste week. Tip: stel je tuinplannen uit!

zondag 22 juni 2014

Is er leven na de vakantie?

Morgen begint de voorlaatste week van het schoolseizoen 2013-2014. Op de eerste schooldag van het schooljaar, 19 augustus 2013, had je niet kunnen denken hoe snel dit schooljaar zou gaan omvliegen. Even achteruit kijkend, en je zegeningen en zonden geteld: was het een waardevol jaar?

Hoe zou dat met de leerlingen zijn, hoe kijken zij er op terug? Hebben zij ook werkdruk ervaren, en zo niet, waarom niet? Want jij als leerkracht had dat toch wel? Hebben ze een schooljaar gehad dat hen gaat heugen, en waarom? Was het voor hen ook een jaar van waarde?
Ik stond er extra bij stil bij het lezen van een kort verslag van een onderzoek over pesten (ik geef je zo meteen ook de gegevens over dat onderzoek, zodat je weet dat dit er eentje van het serieuze soort was).
Voor het eerst is er een lange-termijn-onderzoek gedaan naar de effecten van langdurig gepest worden. De onderzoekers hebben daarbij gebruik gemaakt van gegevens van de British National Child Development Study, waarin 7.771 kinderen (die in dezelfde week in 1958 zijn geboren en vijftig jaar zijn gevolgd); toen zij 7 en 11 jaar oud waren is aan hun ouders gevraagd of de kinderen gepest werden. 28 % werd soms gepest, 15 % regelmatig.
Veertig jaar na het vaststellen van deze antwoorden is duidelijk dat dat pesten effecten heeft op meerdere gebieden. Groter risico op zelfmoord(-gedachten), slechter cognitief functioneren, minder waardering voor eigen leven en minder kans op relaties. Met name de groep die frequent gepest werd kende genoemde problemen.
Kortom: een school waar waarde van leven hoog staat aangeschreven wil ook het belang kennen van waardenvolle omgang.  Pesten blijft kinderen levenslang achtervolgen (het laat je nooit meer los).
(Takizawa R., Maughan B.,& Arsenault L. (2014): “ Adulth health outcomes of childhood bullying victumization; Evidence from a five-decade longitudinal British birth cohort”)

De huiveringen liepen mij over de rug, vooral toen de kat me voorbij liep. Het viel me al een tijdje op dat de kat altijd met een ruime boog om mij heen liep.  Nu heb ik grote schoenen en lange benen, en daar weet ik het eigenlijk aan. Maar zelfs als ik het beestje op mijn arm neem (gelukkig ook lange
armen, in verband met die boog) is te zien dat Wifi mij altijd enigszins wantrouwend aankijkt.
Overleg met de gezinsleden leverde een keiharde confrontatie op; als ‘ze’ tegen je zeggen dat ‘je de kat ook altijd plaagt’  en dat het beest ‘daarom niets van je moet hebben’, dan is dat wel een klap in je gezicht(zeker als je net die studie over pesten aan de kant hebt gelegd). Het is dus mijn schuld, dat deze kat voor de rest van haar leven aan zelfmoord zal denken, eigen leven minder waardeert, maar vooral relationele stoornissen heeft opgelopen. Verdedigende opmerkingen over ‘ schreeuwen tegen een kat die aan de bank krabt’ (vrouwlief), ‘spuiten met de waterspuit’ (kinderen), of over’ het gezamenlijk besluit tot sterilisatie’ (met funeste gevolgen voor relatie-ontwikkeling), het mocht allemaal niet baten.
Ik sta dus nu te boek als ‘kattentreiteraar’  die de rest van dit kattenleven tot een bezoeking maakt. Ik vind het erg. Aan de andere kant: het is ook een kans.

In dit land is het toch al doodgewoon om van rottigheid nog iets te maken.  Nee, ik richt geen politieke partij op. Ik ga een tv-programma-formule ontwikkelen onder die al genoemde titel. Dit keer wordt het geen hondenfluisteraar, maar ‘kattentreiteraar’ .


Maar eh… zonder gekheid… Zouden er ‘bij ons op school’ ook kinderen rondlopen, waarvan we kunnen denken: daar wordt een levenslang trauma opgebouwd?
Sterkte, deze week, en een extra oogje open dan toch maar….

zondag 15 juni 2014

Kletsisme

…-ismes, ze zijn er zat: kapitalisme, communisme, humanisme, maoisme, kubisme,feminisme, futurisme, marxisme, seksimse…. Er zijn er vast nog veel meer, en los van de ismen: het is al moeilijk genoeg de Nederlandse taal te verrijken…
Maar mij is het gelukt! Ik heb een nieuw woord ontdekt! Het stelt niet veel voor, dat woord, maar dat ik het
kan: geweldig! Onvoorstelbaar…. Dat zal mijn leraar Nederlands vroeger nooit achter mij gezocht hebben, als ie al ooit wat achter mij gezocht zou hebben…. Zoals gezegd: mijn nieuwe verrijking stelt niets voor, en daarom heeft het natuurlijk ook zo lang op zich laten wachten; dat ik er nooit eerder op gekomen ben: NIETSISME. Het betekent dat dat, wat je doet, niets voorstelt.
Hoe kwam ik daar nu op… Wel, als je je krantje dagelijks leest lees je, op opeenvolgende dagen, de volgende koppen:
‘Economie-onderwijs deugt niet’
‘Mbo deugt niet’
‘Deeltijdjuf deugt niet’
‘Leenstelsel deugt niet’
‘Onderwijsresultaten deugen niet’
‘Pestmethoden deugen niet’
Genoeg ellende voor zes dagen in de week. Onderwijs: NIETSISME! En als die laatste kreet nu nog klopte…. Als er iets deugt in dit land is het de methoden waarmee leraren gepest worden!
(Tussen haakjes: als je bij Google-afbeeldingen zoekt op NIETSISME, kom je in de resultaten ook een afbeelding van Plasterk tegen....)

Ik schakel daarom maar gauw over naar de zegeningen. Je hebt van die momenten… Zo zat ik op Eerste
Pinksterdag in de kerkdienst wat voor me uit te mijmeren. Flarden van de preek drongen door, andere flarden werden meegenomen op vlagen van de wind (om in de Pinksterbeeldspraak te blijven). Toch liet de geest me niet in de steek, en prikkelde hij me op andere gedachten dan die uit de preek. Op zeker moment bezigde de predikant de term ‘opbrengst’. Ik zie je opveren: dat heb je vaker gehoord! Het woord komt natuurlijk inmiddels je neus uit. Opbrengst: dat is waar jij tegenwoordig voortdurend op afgemeten wordt….
De prikkel kwam van een zinsnede die op het grote doek verscheen (alsof er dit keer ‘een hand op de muur schreef’): ‘vruchten van de Geest’. Alsof er een bliksem door m’n hersenpan schoot!

Dat is immers precies waar het in ons werk om gaat! De term ‘opbrengst’ is een economische term, die de intentie heeft van omzet – kosten = winst. Eigenlijk is het een schandalige term om werk in onderwijs in samen te willen vatten! Handelingsgericht werken, zo’n fraaie term die vlak tegen het opbrengstgericht werken aan hangt… Zo is werk met kinderen dus vertaald naar liberale economische termen: het werk is
alleen zinvol als het winst oplevert.

Terug naar die kerkdienst, en naar de bliksem… Plotseling wist ik het weer, en leek het me onbegrijpelijk toe dat ‘wij-in-christelijk-onderwijs’ ons zo hebben laten meeslepen in zulke economische terminologie. Bij ons zou het zo niet mogen klinken.
Wij werken immers ‘in de wijngaard’; trots zijn we op de druivenranken die we hebben geplant, en nog trotser willen we zijn op de vruchten die ons werk opbrengt, de oogst die ‘ze bij het CITO’ best mogen zien… Oogsten laat zien dat er hard werken aan vooraf gaat, dat er soms tegenvallers kunnen zijn maar dat we in elk geval dagelijks ons stinkende best doen om de vruchten te zien groeien en bloeien…

Hoezo: opbrengst? Wij werken aan de oogst… Stel je nu eens voor dat wij in zulke termen zouden spreken als de inspecteur ons met een bezoek vereert; als wij de term ‘opbrengst’ niet meer willen begrijpen….

zondag 1 juni 2014

Een titel zegt ook niet alles....

Nu alles in Europa gewoon verder gaat als het al ging (en wij dus daar nog steeds niets in de melk te brokken hebben) heb ik mijn blik ook maar eens verlegd. Zo van: waar moet ik het vandaag eens over hebben…
Bijvoorbeeld over het doorvoeren van nieuwe CITO/normen in Parnassys per 1 augustus aanstaande? Of de start met Passend Onderwijs en de hordes kinderen-met die straks worden aangemeld? Over het veranderend inspectietoezichtskader per 1 augustus 2016, waarin eindelijk eens naar meer wordt gekeken dan alleen rekenen en taal (niet dat je daar vrolijk van moet worden want als de inspectie op nog meer gaat letten….)? Of op de sprankelende opmerking van mevrouw Edith Hooge, hoogleraar onderwijsbestuur, die op een door het Ministerie van Onderwijs georganiseerde Dag van het Onderwijsbestuur een nieuw discussie-item inbracht, onder het motto: tijd voor een bommetje?
Zij stelde namelijk het volgende:
Leerkrachten die in deeltijd werken geven minder goed onderwijs en halen bovendien de status van het vak naar beneden.

Je ziet: ook na Europa is er weer genoeg keuze, waarbij ik bijna een mooi citaat van Loesje nu geheel over het hoofd zou zien:
School is: de plek waar 4 + 8 een 6 als antwoord oplevert.


Ik houd wel van schokkende uitspraken. Die mevrouw Edith Hooge, ik had er nog nooit van gehoord. Minister Bussemaker wel natuurlijk, want anders had die mevrouw nooit op zo’n congres mogen spreken. Zou er vooroverleg geweest zijn? Net zo in de periode dat er in de pers gewag van gemaakt wordt dat het aantal mannen-in-het-onderwijs zo gering is (tenminste de mannencategorie die niet de les ondergaat) komt er zo’n Hooge mevrouw uit de lucht vallen die een schok teweeg wil brengen. En waar kun je dat het best doen? In onderwijsland natuurlijk. Daar is respect voor ‘de werkvloer’ toch al tot het minimum gedaald, daar kan altijd een bommetje bij. Slechter kan het toch niet worden.
Even optellen: leerkrachten kunnen niet rekenen, dus kinderen leren het ook niet meer.
Leerkrachten kunnen niet spellen, dus hele generaties groeien op met gemankeerde taal.
Leerkrachten werken alleen maar voor vakanties, zien kinderen als overlast.
Leerkrachten werken überhaupt niet, ze spelen slechts veredeld kinderoppas (en zelfs dat kunnen ze niet omdat ze geen orde meer kunnen houden).

En nu weten we waar het allemaal van komt! En dat door die Hooge mevrouw! Kijk maar wat ik uit de pers haalde:
De Onderwijsinspectie constateerde eerder al dat docenten die in deeltijd werken minder didactische
vaardigheden hebben en minder goed kunnen omgaan met verschillen in de klas. Hooge vindt dat scholen en bestuurders zich de kritiek van de onderwijsinspectie flink moeten aantrekken.
In Nederland werkt 35 procent van de leraren in het primair onderwijs in deeltijd. Het merendeel daarvan zijn vrouwen; veertig procent van de juffen werkt minder dan vier dagen. Van de mannelijke leraren is dat dertien procent.
In een essay dat Hooge op verzoek van het ministerie schreef, stelt de hoogleraar dat scholen waar veel docenten in deeltijd werken zorgen voor “eenzijdig samengestelde teams van middelmatige leraren.” Volgens haar leggen deeltijdjuffen hun prioriteiten vooral bij de zorg thuis en dat gaat ten koste van hun werk als leerkracht en de continue professionalisering die daar, volgens Hooge, bij hoort. Daardoor maken deeltijdkrachten het voor anderen met grotere ambities “zeer onaantrekkelijk” om in het onderwijs te gaan werken, stelt zij.

Zo! Daar kun je het mee doen! Nieuwsgierig als ik ben kijk ik dan meteen ook even naar het LinkedIn-profiel van deze mevrouw. Zie ik een foto van een dame van zo’n jaar of vijfendertig. Wel slim, hoor. Zou ze al kinderen hebben? Werkt bij de BMC-groep, bij TIAS School for Business and Society, werkte ooit bij de Hogeschool van Amsterdam, opgeleid aan de UvA, dus eh: die weet echt wel waar ze het over heeft! Vast geen kinderen.

Maar eens even tellen hoeveel parttimers bij ons (Viviani) ambitieloos druk zijn met de thuiszorg…. Ben jij toevallig wel fulltimer? En werk je ondanks dat toch in zo’n onaantrekkelijke onderwijsbaan? Oké…. Dus jij hebt geen ambities! 

Tijd voor de grote opruiming. Iedereen er uit! Fulltimers zijn ambitieloos, parttimers kennen het woord 'ambitie' niet eens. Weg ermee!


Bij ons thuis kennen we het verschijnsel part-time amper. Ik werk bijvoorbeeld, op mijn BAPO-tijd na, bijna altijd. Mijn kinderen gaan naar school (dat is geen werken, maar toch…). Mijn kat is fulltime bewaker van ons domein in Hardenberg. Rest mijn vrouw. Oei, die is part-timer…


Die mevrouw Hooge… Pas op: die kom je vast nog wel eens tegen op een adviespost bij het Ministerie van Onderwijs. Als je zulke spraakmakende dingen zegt.