Jullie werkweek zit er weer op (maar stiekem doe je toch nog wel even wat), en die van mij ook (en ik doe er niet stiekem over dat ik nog even wat doe). Tenslotte ben ik morgen met het gezin naar Utrecht, waar een deel van de familie naar de HCC-digibeurs gaat en de rest gaat winkelen (en ik hoef vermoedelijk geen namen te noemen van wie er gaat winkelen).
Voor het weekend bij mij echt aanbreekt wil ik graag nog een verhaal met jullie delen. Het gaat over een jochie, dat net begonnen is in groep 1. laten we hem eens Leon noemen. Leon had er de eerste dag meteen al zin in; toen ie een paar dagen eerder op visite was geweest had ie al gezien dat er puzzels van 100 stukjes in de kast stonden en in gedachten had ie de mouwen al opgestroopt.
Zodra er vrij gespeeld mag worden loopt hij naar de kast met puzzels en pakt er een doos uit waarop staat dat er twee keer 50 stukjes inzitten. Leon weet al dat dat 100 is. Onderweg terug naar zijn tafel komt hij Arend tegen. Hé, joh, je mag geen puzzels uit de kast van groep 2... Leon weet niet goed wat nu te doen. De juf ziet het gebeuren, loopt er naar toe, en om Leon op zijn gemak te stellen zegt ze: Kom maar, dan zoeken we samen een puzzel uit. Ze pakt er een van 20 stukjes en vraagt: Vind je dit een mooi plaatje? Leon knikt; de puzzel heeft, vindt hij, wel weinig stukjes, maar ja, daar vraagt de juf niet naar en daarom zegt hij maar niets. De juf brengt hem naar zijn tafel, zet hem alvast aan het werk en gaat dan door met haar loopronde.
Als ze even later weer bij Leon langs komt ziet ze dat hij nog niets gedaan heeft. Ze helpt hem op weg door de hoekstukjes alvast klaar te leggen (en denkt: Gelukkig dat hij niet met die moeilijke puzzel bezig is...!); als ze later ziet dat hij nog steeds met een stukje in zijn handen zit vraagt ze Arend om Leon te helpen. Dat vindt Arend prachtig: helpen! Arend praat honderduit terwijl hij de puzzel legt, Leon bekijkt de ijver van Arend, ziet dat Arend de puzzel leuk vindt en besluit dat Arend hem dan ook mag afmaken (die puzzel...).
Als Leon die ochtend wordt gehaald door zijn moeder, vertelt juf dat hij lief is geweest, en dat hij heel hard heeft gewerkt aan een puzzel van wel 20 stukjes!
En zo heeft Leon op zijn eerste school al een paar belangrijke lessen geleerd: kinderen in groep 1 maken puzzels van 20 stukjes; als je dat doet ben je lief. En op de vraag van zijn moeder of hij die dag iets geleerd heeft antwoordt hij volmondig: Ja, ik weet nu welke puzzels ik moet pakken.
Aansluitend kwam ik op de Onderwijskalender de vraag tegen: Welke lessen volgde Ruben wel? Waarbij Ruben nu de voorbeeldleerling voorstelt. Verrassende vraag, niet waar, alsof Ruben iets te kiezen heeft. Toen Ruben het helemaal zelf uit mocht maken was de beslissing waar wel en waar niet naartoe gaan niet zo moeilijk meer. Vooral die lessen die iets toevoegen, daar ging hij naartoe. Op herhalingen van het boek zat hij niet te wachten (en daarmee vielen heel wat vakken af). En daarnaast? Nou, vooral die enkele leerkracht die altijd iets toevoegt... ook als het niet direct over het vak gaat.
Gek genoeg bleek het lesbezoek vrijwel los te staan van goed of slecht zijn in een vak. Ruben: Voor persoonlijke aandacht is meestal toch te weinig tijd. De les gaat zelden net over wat jij nodig hebt.
Wat ik maar wilde zeggen: in beide verhalen zie je dat je leerkrachtrol voor jonge en oudere leerlingen ontzettend belangrijk is... en dat leerlingen dat haarfijn doorhebben.
Heerlijk, zo'n weekend. Volgende week zie je ze weer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten