zondag 21 april 2013

Brandweerman


21 april: het nieuws van de dag: koningslied nu volledig afgebrand. Jammer voor al die onderwijscollega’s, die het hele weekend onder de douche het lied hebben staan inoefenen…
Boze en verdrietige auteur: zo zijn best gedaan, en dan zo volledig af geserveerd worden.
Medestanders van auteur allemaal in het kliekje van BN’ers: 'en het was zo'n mooi lied...'
Nederland weer op z’n best: even lekker leeglopen via de sociale media (waar je tenminste gewoon net zo grof kunt zijn als je kunt, en dat is nogal wat).
Mooi teken ook bedacht (ook zo ècht Nederlands: we steken niet één vinger in de lucht, we doen er meteen drie).
Zelfs in het buitenland valt de heibel over ons koningslied op.
In Pauw en Witteman wordt het lied door een neerlandicus volledig de grond in geboord, als taalkundige ramp.
Goed, hè? Het is weer gelukt! Nederland is weer wereldnieuws!
En ik? Ik denk stiekem: drie vingers voor dat kliekje: eigen schuld, dikke bult...

Ik heb geen tijd om een webpagina tegen het koningslied te maken. Geen tijd om een petitie online te zetten. En al helemaal niet om het koningslied uit het hoofd te leren (dat wordt ook lastig want ik kan namelijk al helemaal niet zingen).
Nee, ik speel brandweerman. Het hele weekend. Vrouwlief heeft namelijk bedacht dat de lieve poes rond mag scharrelen in de tuin, omdat het zulk mooi weer is. Normaal zou dat geen probleem geven. Loslopende poezen redden zich over het algemeen wel. Maar poeze Sybesma loopt niet los; zij zit aan een touwtje. Een touwtje om er voor te zorgen dat zij het grondgebied van de Sybesmaatjes niet verlaat.


Poeslief heeft daarom bedacht het de familie maar lastig te maken. Zij loopt over het randje van de vijver, op zoek naar kikkers. Zij struint onder de struiken bij het vogelhuisje, in de hoop haar eerste vliegend voorwerp te verschalken. En zij klautert in bomen, om daar vervolgens, het liefst boven in de kruin, volkomen verstrikt te raken.  Waarna meteen 112 op zolder wordt gebeld en paniekerig wordt gemeld dat er een Wifi in de boom zit, die er niet uit kan. Trap af, tuin in, trapje op, kat uit boom geplukt, met twee takken (een echt takken-wifi dus) trappetje weer af, kat op de grond gezet met vermanend vingertje, trap op. Totdat 112 weer oproept…

Er komt een moment dat ik het zat ben brandweerman te spelen. Kat klierig? Ik ook. Touw met een halve meter ingekort. Niet genoeg, dan nog twintig centimeter eraf. Familie twijfelt. Ik niet. Ik wil niet steeds die boom in. Bovendien: nog 10 keer die boom in voor de kat en er zit geen tak meer aan. Probleem kan handiger worden opgelost: zaag boom om. Dan kan de hele familie een bijdrage leveren aan de brandweer. Helaas: kapvergunning geweigerd. Touw blijft kort, boom heel.

Onderwijskundig ben ik tegen touwtjes.  Zeker tegen te korte touwtjes. Maar ik snap nu dat de dierenwereld touwtjes nodig heeft die te kort zijn. Hoewel… Binnenkort zal ik jullie vertellen over een nieuw onderwijskundig katsturings project. Als ik dat af heb kan ik solliciteren naar een LB-functie: kattenregulator.

Tijd om te oefenen. Het koningslied, bedoel ik. Zal ik die van Paul van Vliet doen? Of die van Hennie Huisman? Dat wordt feest, vrijdag. Staan we allemaal ons eigen lied te brullen. Typisch nederlands…

zondag 14 april 2013

Je zou wel...

“Heb jij dat nou ook?’’ Weet je dat dit de titel van een boek is? De titel van een kinderboek uit vroeger tijden… Nou ja, vroeger: uit de jaren tachtig dan maar, van de vorige eeuw. Naarmate het
jaartal in dit nieuwe millennium hoger wordt, voel ik me ook steeds meer eentje van de vorige eeuw; en dat is natuurlijk ook gewoon zo. Aan de andere kant heb ik ook het gevoel dat ik nog steeds jong ben en maar niet ouder wil worden: nog steeds maar een beetje volwassen, nog steeds niet uitgeleerd. Mooi toch?

Zo kon het ook dat ik vorige week met het gevoel van een jonge hond over de beursvloer van de IPON liep. Wat zou er aan ontwikkeling gaande zijn op het gebied van onderwijs, met ict?
Genoeg. Die ontwikkeling staat op de drempel van weer een forse versnelling. In het bedrijfsleven en op de particuliere markten doet zich dat al voelen: de pc-markt zakt langzaam in elkaar, en tablet en smartphones nemen het stokje over, met als verbindend woord: ‘verbinding’. We staan in verbinding met internet, we staan met steeds meer mensen op steeds meer manieren in verbinding… En we staan straks ook met onze stofzuigrobot en koelkast in verbinding. En voor het onderwijs betekent het dat we steeds meer in verbinding komen te staan met kennis en mensen overal die ons met die kennis kunnen helpen…. Dat laatste is iets waar we misschien wat meer bij stil mogen te staan, omdat het vroeg of laat effect gaat hebben op de vraag of ‘school’ in de huidige vorm bestaansrecht blijft houden. Immers ook hier staat de trend tot individualisering niet stil…. En je ziet het aankomen in de producten en de mensen die ze maken: tablets en telefoons echt privé (gekoppeld aan jouw account), en software die ‘onderwijs’ steeds meer op jou persoonlijk toesnijdt…


Mijn kat trekt zich hier allemaal niets van aan. Zij is al een individu. Ik vraag me af of zij ooit vragen heeft rondom haar mate van volwassenheid. Ik geloof het niet. Ik word nog steeds, zij is al. Alles zit er al op, aan en in. Wij zien wel dat zij groter wordt, dat haar kleuren veranderen, zij niet. Zij is.
En daarom zit ze nu elke dag voor het raam. Niet zo maar een beetje naar buiten te kijken en zich te verbazen over de zon, nee, nee. Zij ziet vogeltjes. Echte. En haar snorharen trillen, haar staart zwaait venijnig heen en weer, plat drukt zij haar buik tegen de grond. Compleet klaar voor take-off.

Ik heb het haar niet geleerd. Het zit al ingebouwd. Zij is verbonden met haar natuur, die zegt: vogel = vangbaar. Alles om omzichtig maar ook doelgericht te werk te gaan zit er al op en in. En al lachen al die vogeltjes buiten nu nog om ‘de kat achter het raam’: zodra zij haar kans ziet zal ze die pakken!
Zwarte pet, witte pet, het zal geen verschil maken. Wie het laatst lacht, lacht het best. Mijn nieuwe levenstaak zal ‘vogeltjesredder’ zijn. Een zware last, want zowel kat als vogels luisteren slecht.  Of ik dus de laatste met een lach zal zijn?

Ik geloof er heilig in dat hier het fundament van onderwijs in onze eeuw ligt. Zoals die kat in elkaar zit, zo moet de mensenwereld niet worden. Mensen moeten elkaar niet gaan kannibaliseren in hun run naar geluk en weelde. Individualiseren gebeurt nu. Dat is prima. Je mag iemand zijn. Maar niet alleen, en niet ten koste van. Hoe individueel leren dan ook kan worden met de middelen van deze eeuw, die titel van dat boekje zou ik er wel in willen houden.
We moeten tegen elkaar kunnen blijven verwonderen: heb jij dat nou ook? Als je het boekje er bij zou pakken: de woorden zou je anders schrijven misschien, maar de clou is hetzelfde gebleven: heb jij dat nou ook? Leuk boekje van Vic Sjouwerman. De kinderen van toen herkenden zich er voor de volle 100 % in. Dat is nu vast niet anders….

zondag 7 april 2013

Touwtje trekken


Het weekend zit er alweer op… Jammer, jammer, de zon begint net een beetje op gang te komen, en daar moeten wij alweer.
‘k Heb net het vakblad uit. Ik dacht: wie weet nog wat opbeurend nieuws. Opbeurend nieuws? Je kunt nog beter de beurskoersen bijhouden in deze crisistijd.
Dan ligt er nog een boek over het ’begeleiden van hoogbegaafde kinderen’; en bij het vakblad van vrouwlief zat een bijlage over het begeleiden van plusklassen. Op Linkedin een discussie over de titel ‘zorgcoördinator’; er zijn er die zeggen dat de basisschool deze coördinator moet hernoemen in talentencoördinator, talentscout, talentenbegeleider, etc. Als ik wat ik lees over het begeleiden van begaafde kinderen, over wat er in plusklassen wordt gedaan, over het geklier en geklooi van kinderen die niet voldoende in de ruif hebben, dan denk ik daar toch vaak bij: stel dat we nu eens serieus gingen kijken naar de talenten van ‘onze kinderen’ (=leerlingen), naar dat wat ze wel kunnen, wat zouden we er veel kinderen gelukkiger mee kunnen maken….



Nee, dan de kat. Al een aantal weken zat ze regelmatig op haar kattentorentje te kijken naar buitenverschijnselen: in de wind fladderende blaadjes, jong vogelspul in de kale bomen achter huis, overstekende katten (die onze tuin (!) wagen te betreden); ondertussen oefende ze met het laten trillen van snorharen, geblaas, het opbloeien van de staart, want ook gesimuleerde boosheid moet echt lijken. Nu de zon zo langzamerhand wat meer invloed krijgt, de oostenwind het heeft opgegeven, en de wereld er wat vrolijker uit gaat zien, krijgt Wifi de gelegenheid haar horizon te verbreden (hoewel het uitzicht voor een kat op tuinniveau nog niet veel horizon biedt). Aan een riempje en een flink stuk touw mag zij de tuin verkennen. Zij klimt nu dus in bomen, springt op de vijverrand, verstopt zich tussen planten, enz; al deze activiteiten hebben één ding gemeen: het touw zorgt ervoor dat zij uiteindelijk hopeloos verstrikt ergens vast is komen te zitten.
En zo blijkt een siamees dan uiteindelijk toch een superstom wezen te zijn. Immers: als je steeds verstrikt raakt zou je kunnen bedenken dat er dan iets veranderen moet in gedrag. Doe bijvoorbeeld niet steeds dezelfde stomme dingen. Blijf laag bij de grond. Loop niet elke drie minuten hetzelfde rondje. Wees niet zo allemachtig nieuwsgierig.
Een verstrikte kat moet gered worden. Iedereen in de familie heeft daar zo zijn eigen gewoonten voor
ontwikkeld: riempje los, kat uit de knoop halen, kat weg; slechte methode dus. Riempje vast laten zitten, kat uit de knoop halen en op de grond zetten. Herhaling na vijf minuten.
Zelf ben ik van het type: leer de kat wat ze fout doet en hoop op succes.
Ik trek dus aan het touwtje; zo nodig sleep ik haar de hele route terug. Na twee dagen heb ik mijn eerste succes al bereikt!. Kat worstelt niet meer tegen, maar gaat gerieflijk in het riempje hangen terwijl ik haar de route wijs. Toch, moet ik zeggen, zie ik nog niet echte eigen vrije wil; zou dat aan het touwtje liggen?
Superstom, zei ik? Of zou het een gebrek aan performale intelligentie zijn? Of een slecht ontwikkelde rechterhersenhelft? Of is het pestgedrag om mij uit mijn zondagse luie stoel te krijgen?

Als ik die kat nu een vergelijk met een willekeurige jonge leerling in de klas…. Nieuwsgierig? Zeker weten. Stomme dingen uitproberen? Ja zeker… In herhaling vallen? Ook. Slecht aan een touwtje kunnen wennen. Zeker weten!!
En als ik er aan ga trekken, en nog meer trekken? Een beetje leerling gaat dan ook gerieflijk touwtje-hangen… 

maandag 1 april 2013

Ik was het paashaasje....


Pasen van 2013 bracht, behalve de bekende verschijnselen als paashaas, paasei, paastak, paaspop,  paasvuur, paasvakantie (wat heet) en paastoeristen, ook paaskou, paassneeuw, paaswind. Alle reden om binnen te zitten en de eieren dit jaar maar niet te begraven; de grond was immers keihard, en je zou er maar flink werk van hebben om ze er allemaal weer uit te krijgen (jij met je sjaal om, kinderen achter het raam toekijken…). Mooi niet dus.

Op Tweede Paasdag scheen de zon; de wonderen zijn de wereld dus nog niet uit. Het leek heel wat vanachter het raam. En met sjaal en wintersportkleren aan kon het ook best. Als je dit later aan je kleinkinderen vertelt zullen ze zeggen: 1 april, kikker in je bil (hoewel het best eens zou kunnen dat alle kikkers dit jaar zijn doodgevroren; die in mijn vijver zullen toch zo langzamerhand gestikt zijn in de winterslaap).

Zelf had ik dezer dagen weinig tijd over. Mijn echtgenote was geveld door de griep, die, net als de kou, heel  Nederland in zijn greep houdt. Hoestend en piepend, krakend als een oude wagen, omringd door potjes, zalfjes en drankjes, dacht zij in het geheel niet aan Witte Donderdag, Goede Vrijdag of Stille Zaterdag. Aan haar waren paaseieren, paasgerechten, paashanen en zo meer niet besteed. Zij ging haar eigen lijdensweg, kuchend en proestend.

Zo kwam het dat ik dit paasweekend heb doorgebracht met het doen van vele boodschappen, het koken van voedsel, het doen van de was, de organisatie van het gezinsvoetbal (inclusief de was (je zult zien, net in zo’n weekend ben je aan de beurt voor de was), het stofzuigen van de leefruimte, het voederen van de huisdieren, kinderen in bed leggen, kortom: de hele organisatie draaide om en op mij, zonder dat ik dat zelf eigenlijk wilde. Klein leed, dat wel, maar toch: leed. En het overkomt je…
Nu ik dit zo opschrijf bedenk ik me dat een Siamees in het hele paasverhaal niet voorkomt. Poezen in het algemeen niet. Poezen zijn een onbijbels verschijnsel. Vossen en ezels, paarden en  vissen, lammetjes,
schapen en leeuwen, duiven en slangen: ja, Geen poezen, en al helemaal geen Siamezen.
Zelfs in de ark van Noach worden ze niet binnengevoerd.  Dat heeft me wel aan het denken gezet, waarover later meer.

In elk geval had de kat wel paasvakantie. En ècht, dat is merkbaar. Als iedereen thuis is is de kat drie keer zo lui als gewoonlijk (en dan is het al erg). Ze zeggen wel eens wat van mijn conditie, maar die van Wifi neemt met zulke dagen zienderogen af. Beetje vreten, beetje drinken, beetje slapen, beetje klieren… en dan alles weer van voren af aan. Tweede Paasdag heeft ze enkel keren een boom beklommen om daarna de hele avond niet meer in de poten te komen. Zou zo’n kar nu altijd BAPO hebben?