vrijdag 27 april 2012

Mijn vakantie-cao!


‘t Was een week waarin op veel scholen de effectieve lestijd wat onder druk stond. Gelukkig had de minister-van-onderwijs-buiten-dienst daar dit keer niet zoveel aandacht voor, en ook Ton Elias zweeg (en dat geeft, wat mij betreft, toch een extra dimensie aan het begrip vakantierust).
Toch is het rust met een bijsmaak. Veel collega’s in het land hebben deze week een brief ontvangen waarin staat dat zij (vanwege een tijdelijke benoeming) per de zomervakantie geen baan meer zullen hebben. Anderen hebben nog een jaar uitstel, maar voor hen betekent het: wat gaat er gebeuren, en waar kom ik terecht?
Onder de kaasstolp, die ‘het Binnenhof’ heet, heb ik daarover niemand iets horen zeggen. Men komt, wat onderwijs betreft, niet verder dan:
- nog twee jaar stilstand in salaris
- bezuiniging passend onderwijs wordt (deels) teruggedraaid
- ook in onderwijs geen aftrekregeling reiskosten meer
- en met pensioen gaan wordt met onmiddellijke ingang uitgesteld (niet dat ik daar enige illusie over heb: tegen de tijd dat ik met pensioen ga hogen ze de leeftijd elk jaar met een jaar op, wedden?)

Gelukkig heb ik nu meivakantie. Ik heb me zelf beloofd deze week het werk te laten voor wat het is en serieus aandacht te hebben voor mijn kikkers, hamsters en kinderen. Oh ja, ook voor mijn vrouw. Enne... niet noodzakelijk in die volgorde, hoor. Jullie zouden er eens wat van kunnen vinden...
Natuurlijk heeft mijn vrouw alvast gekeken naar tuinklussen; normaal kan ik nog wel eens mijn snor drukken door te doen alsof ik het heel erg druk heb, maar in vakantieperioden is dat wat lastiger.
Immers: vakantie is niet werken. Maar dat geldt dan weer niet voor werken in de tuin of in de schuur. En hoe ik ook probeer uit te leggen dat je werkgever je vakantie-uren heeft verstrekt om tot rust te komen, en dat het dan niet de bedoeling kan zijn dat ik me nu een hele week helemaal kapot werk in de tuin, terwijl ik betaald wordt om niets te doen...; ik kom daar niet mee weg. Het plan ligt klaar: de klussen zijn opgesomd, het is nog wachten op het invullen van de rusttijden. Vroeger verkeerde ik in de omstandigheid dat het mogelijk was naar het tuinhuis te vluchten maar ja, ook dat is me ontnomen.
Al met al lijkt het er op dat ik aan het einde van de vakantieweek de handen kapot heb, de tuin nog steeds niet op orde, de groencontainer vol, de rug krom en de portemonnee leeg. Jazeker, want voor de meivakantie krijgen we geen vakantiegeld (goed idee voor een volgende cao, vind je niet: voor elke vakantie een vakantie-uitkering).

Op mijn werkplek wordt tegenwoordig gesproken over ‘het voeren van Decentraal Georganiseerd Overleg’, DGO. Dat heeft er mee te maken dat de werkgever rechtstreeks zelf met de vakbonden onderhandelt. Dat vind ik een geweldig idee. Zo geweldig, dat ik het thuis ook ga invoeren, dat DGO.
Dat kan ook, want thuis ben ik eigenlijk een soort werkgever (ik breng het meeste geld in). Het wordt tijd dat ik maar eens ga onderhandelen over mijn eigen thuiscao!
‘k Heb er meteen een start mee gemaakt en mijn vrouw officieel uitgenodigd voor dat overleg. Dat doen we niet in ‘haar tuinhuis’, maar in de buurt van mijn vijver; die ligt mooi centraal en biedt bovendien stevige onderhandelingsmiddelen. Ik heb ook al mijn vakantie-onderhandelingseisen vastgesteld:
- per uur minimaal 10 minuten rust
- per dagdeel 2 x koffie met gebak geserveerd krijgen
- per dagdeel 30 minuten massage
- max 12 tuinwerkuren, verspreid over drie dagen
- en vrijstelling van huishoudelijke werkzaamheden
En ik kan je meedelen: ik ga er vol in! Als mijn eisenpakket niet volledig wordt ingewilligd, kan de rest van het gezin gaan onderhandelen met de kikkers!

zondag 22 april 2012

In een hoekje

’t Is zaterdagavond, de avond van de 21-ste april. De fair is achter de rug, tijd om een schaderapport op te stellen.... Gewapend met foto- en filmcamera begeef ik me in de tuin om alle aantoonbaar lijden van gras, vijver, tuinhuis en wat niet al op beeld vast te leggen....

Gekheid natuurlijk. Jullie dachten toch niet ècht dat ik ook maar enig moment niet in de gaten zou hebben wat er gebeurde? Met pen en papier in de binnenzak, gewapend met de filmcamera, heb ik de hele dag anoniem rondgelopen tussen het publiek, vanachter de schuurdeur alles op beeld vastgelegd en zelfs bij de buurman vanuit zijn kantoor alles nauwlettend in de gaten gehouden.
Zelfs de kikkers en de salamander in de verse vijver waren tevoren nauwgezet geïnstrueerd om, bij gebleken noodzaak, onmiddellijk in te grijpen...
De hele dag heb ik zitten loeren op punthakjes... iets wat (en dat begrijp ik dan weer niet) soms bevreemdende blikken opriep.
Wat heb ik me vergist!  Welk een volslagen onbenul ben ik geweest. Hoe heb ik het vertrouwen in mijn echtgenote op zo’n laag peil kunnen hebben... Hoe heb ik toch haar mensenkennis zo kunnen  onderschatten... Hoe heb ik kunnen denken dat alleen cultuurbarbaren en grasterroristen op haar schone producten zouden afkomen...
Geen gast verdronken in de vijver, geen voet doorboord door roestige spijker, geen hoofd gestoten tegen laaghangend houtwerk, geen zwarte vingerafdruk op mijn witte tuinhuis, nee, niets van dat al... En, dat wil er bij mij nog steeds niet in: geen enkele beschadigde grasspriet! Slechts keurig publiek, dat zich van te voren op de hoogte had gesteld van mijn ernstige zorgen en dus voorzien was van het juiste schoeisel en bescheiden stemming!
Hoe verkeerd heeft mijn focus gelegen; ik snap nog niet dat ik de hele week tevoren niet heb kunnen bedenken dat ik echt de verkeerde kant op zat te kijken! Hoe ernstig twijfel ik vandaag aan mijn vermogen de werkelijkheid te herkennen en te doorgronden. Hoe heeft het kunnen gebeuren dat mijn aandacht volledig onterecht was gefixeerd op mijn gras en mijn vijver, terwijl ondertussen wel ernstiger zaken zich afspeelden boven mijn (en jullie) hoofd.
Terwijl ik mij geheel en al concentreerde op mijn zware taak vanuit schuur en kantoor mijn haard en tuinhuis te beschermen tegen van buiten komend onheil zeeg in een stad hier heel erg ver vandaan het lot van ons land ineen en werden vanonder de kaasstolp ernstige beschuldigen geuit aan ieder ander onder dezelfde stolp. Verwijten over het lot van de euconomie, onverantwoordelijk gedrag en nog meer treurigheid werden over ons land uitgestort. Verbijsterveld over zoveel onkunde in Den Haag heb ik mij direct op een zitmeubel in huis gepositioneerd, mijn hoofd vol vragen in mijn handen gelegd, en mij vertwijfeld afgevraagd: waarom zijn ze niet naar hier gekomen, om, gezeten in mijn tuinhuis (in plaats van het Catshuis), tussen windlichten en harten, advies te vragen aan mijn echtgenote en haar vriendinnen, die ongetwijfeld een verstandig stempel hadden kunnen drukken...
Zei ik Verbijsterveld? Dat moet een vergissing zijn geweest....

En mijn vrouw? Die heeft er toch maar een mooi tuinhuisje van gemaakt....

zaterdag 21 april 2012

Steek in mijn hart...

Vrijdagavond, 20 april... Nog even kijk ik de tuin in, met een lichte steek in mijn hart. Hoe zouden ze er voor staan, mijn mooie groene grassprietjes, nog aarzelend voor de lentegroei? Wat zal mijn net aan komen wandelen salamander (de vijver verkennend)  vinden van al die blikken die in het heldere water worden geworpen?
Maar bovenal: hoe zal ik de zaterdag doorkomen... De schrik is me gaandeweg deze avond tot in mijn grijze haarpuntjes gaan zitten. Lang heeft het geduurd voor ik mij er bij neer heb kunnen leggen dat mijn, met eigen bloed, zweet en tranen opgebouwde tuinhuis, is geconfisqueerd voor hartjes, windlichtjes en andere frutsels van mijn anders wel dierbare echtgenote.
Gaandeweg deze avond is het niet slechts bij mijn tuinhuis gebleven... Mijn hele huis is verbouwd! Waar ik vanmorgen nog in alle rust mijn broodjes en een kopje thee heb zitten genieten, is alles nu volgestouwd met nog meer hobby! Mijn eigen auto: verwijderd van de oprit, die nu volledig wordt bedekt met een tijdelijk opgebouwd frustelplek van nog weer een andere hobbyist....

Wat zal ik straks aantreffen op mijn slaapkamer? Mijn bed bedekt met windglazen? Of met allemaal slapende hobbyisten, zich snurkend voorbereidend op hun grote dag?
Ik heb ook een hobby... Ik verbouw gratis slaapkamers!

zondag 15 april 2012

Tuinieren is ook leuk...

Het is een uur of tien als ik dit schrijf.
Naast mij zit de hamster in zijn molentje de marathon van Rotterdam te oefenen. Het is onvoorstelbaar wat een lol dat beestje heeft in het doen draaien van dat ding; ik word er gek van, hij niet.
Boven liggen onze twee kinderen zoet te slapen;  dat slapen hoeven ze niet de hele dag te doen, maar het zoet... ach, het zijn twee jongens, zullen we maar zeggen. Enig competitie-besef kun je niet ontkennen. Behalve op de zaterdagse voetbalmatches tegen het gespuis uit de regio; als trouwe wedstrijdbezoeker moet  ik eerlijk zijn|
: soms zou ik ze aan hun eigen grassprietjes het doel van de tegenstander in willen slingeren, met bal en al. Komen ze tenminste nog eens met een doelpunt thuis... (eh, neem het maar niet te letterlijk).
Op televisie kunnen we vanavond voor de tigste keer de ondergang van de Titanic bezichtigen.... of de romance van één of andere Ier volgen (ik weet nog steeds niet wat nou eigenlijk de clou van de film is)...

En aan de andere kant van het raam heb ik zicht op de tuin, alwaar ik gister weer menig zweetdruppeltje heb verloren om de tuin op orde te krijgen voor de tuinfair, die mijn vrouw voor aanstaande zaterdag gepland heeft. De tuinfair die mij mijn gekoesterde tuinhuisje ook al heeft gekost.

Inmiddels is heel Hardenberg opgetrommeld om allerlei snuisterijen van mijn vrouw en haar vriendinnen te komen bekijken (en kopen natuurlijk), en de een na de ander heeft zich  inmiddels aangemeld voor een bezoekje, zelfs van verre komen zij. Ik heb zelf ook een (min of meer verplichtende) uitnodiging ontvangen. Nee, niet om snuisterijen te kopen, maar om het lieftallige publiek te voorzien van een low coffee, high tea  of slow water met een koekje.
En dat terwijl ze mijn met dierbare zorg opgekweekte grassprietjes pletten met hun puntige hakjes, kirrend wijzen naar mijn dierbare kikkers in mijn even dierbare vijver, bewonderende woorden spreken over mijn persoonlijk aan het tuinhuis aangebouwde riante overkapping (waarbij mijn vrouw ongetwijfeld enige matigende woorden zal spreken over de geconstateerde lichte lekkage), kortom mijn hele tuin (waar zo menig zweetdruppel de aarde heeft doen besluiten er iets in te laten groeien) naar de spreekwoordelijke knoppen helpen.

Met angst en beven zie ik het komende weekeinde tegemoet. Ik vraag mij in arren moede af hoe mijn tuin te redden van de complete vernietiging. Snode plannen heb ik reeds gesmeed.
Stel dat op vrijdagavond de Hardenbergse kabelkrant konde zou doen van het afgelasten van dit verwoestende tuinfeest? Wat als ik op de late vrijdagavond in stilte de tuindeur vastschroef en lijm? Wat als ik de tuin zaterdagochtend onder water zet?
Maar: het zal gaan zoals het altijd gaat. Het is kiezen tussen de tuin of het huwelijk. En dan ben ik van nature zwak. Ik moet er niet aan denken te worden verbannen naar het tuinhuisje. En daarom zal ik zaterdag waarschijnlijk kniezend moeten toezien. Op dit moment zie ik nog maar twee lichtpuntjes:
1. Met al die punthakken wordt de grasmat toch maar mooi geverticuteerd èn
2.  Ik kan altijd nog even bellen met Piet de weerman.

donderdag 5 april 2012

De materialist....


Aan het eind van de dag moet je als vader nog meer opletten dan anders, is mijn ervaring. Als je je kinderen naar bed brengt komen soms de diepste ontboezemingen en zielenroerselen voorbij. Voordat je het door hebt heb je weer existentiële opmerkingen gemist. Het kan van alles betreffen: een opmerking van een klasgenootje over een zieke opa of oma die de hele dag rondwaart in de geest van je eigen kroost, een belevenis op straat over hier niet herhaalbare jeugdvaktaal, of zomaar een opmerking in het algemeen over het ervaren van het dagelijks bestaan....

Zo had ik op zekere avond weer eens uitgebreid uitgepakt bij het voorlezen van het schone boek ‘Abeltje’;  voor wie het niet weet, het is ooit geschreven door één van Neerlands meest befaamde schrijfsters, Annie M.G. Schmidt. En al is het dan niet meer heel actueel qua taligheid, mijn jongste zoon ging en gaat volledig op in dit schone verhaal van een  liftjongen die de wereld per ongeluk rondreist per lift. Ongetwijfeld zal dat ‘uitpakkend voorlezen’ een bijdrage hebben geleverd aan het voortvaren van zijn geest op de flarden van mijn  woorden:  wie goed oplet tijdens het voorlezen ziet immers ook het effect van de gebruikte taal; je zag hem (mijn jongste dus)  mee zweven op het geluid van mijn klanken , en in de lift van Abeltje....

Aan voorlezen zit een begin, en alles wat een begin heeft kent ook een eind. Na diverse bladzijden bloemrijk te hebben voorgedragen besloot de vader in mij dat het nu slaaptijd was. Gewoontegetrouw is zoonlief het daarmee niet eens. Gewoontegetrouw ook krijg ik altijd mijn zin. En, uit de aard der gewoonte, is dat in zijn ogen niet eerlijk. Alles bij elkaar is het net opvoeden.
Voordat hij zich ter ruste legt maken we altijd nog even een praatje; soms is dat serieus, soms is het dikke pret, en altijd is het talig...! Dat is een opvallende eigenschap aan hem: hij speelt graag met woorden (ja, ja, al op zijn achtste). Ik doe graag aan dit afwisselende spel mee.
Nadat het boek terzijde was gelegd legde ik uit dat ik dit nu deed zodat hij kon gaan genieten van een goede nachtrust, waarna hij de volgende ochtend weer vrolijk naar school toe zou kunnen. Wat volgde was schokkend!

‘Hmmm...’, antwoordde hij, ‘school is saai’. Als schoolmeester hoor je dat niet graag (bij het op een later tijdstip reflecteren op dit gesprek, betrapte ik mij er op direct verdedigend op te treden voor het onderwijs in het algemeen en de juf in het bijzonder).
Ik antwoordde, dat het toch leuk was, de volgende ochtend klasgenoten te zien, en lekker aan de slag te kunnen. ‘Nee’, zo sprak hij eerlijk, ‘op school moet je zo hard werken. De juf zit maar een beetje in schriften te kijken en krullen te zetten, en wij moeten zo hard werken....’.
Op mijn reactie, dat het later, als ie groot was, nog erger zou worden, sprak hij de gedenkwaardige woorden: ‘Ja, maar dat vind ik toch leuker. Want dan krijg je er geld voor, en op school krijg je niks...’.

Ik was met stomheid geslagen! Jullie kennen me, wees eerlijk: zie je mij vaak met stomheid geslagen? (Je zou het wel willen...).  Misschien maakt hij binnenkort  nog wel een aanvullende opmerking, zoiets als: ‘Ik snap niet dat de juf er wel geld voor krijgt terwijl wij zo hard moeten werken.’ En wat moet ik dan zeggen?

Ach, ik weet het best. Hij ook. Hij ziet de levende voorbeelden thuis. Gelukkig. En hij zit ook zo in elkaar dat ie graag een klein beetje zit te jennen... Maar heel stiekem verdenk ik hem er van dat ie het inderdaad niet eerlijk vindt niets met de noeste arbeid te verdienen... En dan zit er toch iets scheef.

Ik denk aan de poster aan de wand van de personeelskamer van de school, de complimentenposter. En ik weet hoe belangrijk het is dat elk kind dikke pluimen verdient, elke dag weer. En niet één , maar veel! En ja, iedereen! Want daar doe je het toch voor? Als kind?

woensdag 4 april 2012

Dromen: altijd bedrog?

Dromen, je doet het allemaal wel eens. Meestal ben je je achteraf van geen kwaad bewust (en dat is maar goed ook, want veel dromen zijn negatief), soms wordt je zwetend wakker, en soms zou je nog graag even in je droom willen blijven hangen...
De coachingskalender had wel een mooie eyeopener neergezet: om dromen te realiseren moet je wakker worden. Ga er maar van uit dat het hier over positieve dromen gaat. Blijf je in je bed liggen, dan blijft de droom een droom. Dat zegt trouwens nog niet dat opstaan betekent dat je meteen aan de uitvoering van dromen begint, niet waar? Dromen zijn gauw vergeten, dromen vragen verbeeldingskracht, dromen realiseren vraagt loslaten, dromen realiseren vraagt vooral geloof! Daarom heeft het realiseren van dromen vast veel met je karakter te maken; ben je van het type dat direct begint met het tellen van beren op de weg (zoals ik er van nature één ben), dan zul je vast niet eens beginnen....
Onlangs las ik een boek, met een titel die erg veel weg heeft van deze mooie spreuk op de coachingskalender. De titel: 'Wie over het water wil lopen moet uit de boot stappen'. Waar de oorspronkelijke gedachte vandaan komt hoef ik je vast niet te vertellen, maar de titel was dermate verleidelijk dat ik het boek meteen kocht. Ik heb het in één ruk uitgelezen; eindelijk begreep ik de clou van dit bijbels verhaal. De clou is niet de vraag of Petrus letterlijk over water liep (de gereformeerde stiel van bijberllezen), maar of je bereid bent alle schepen achter je te verbranden en jezelf te vernieuwen, om dromen na te gaan jagen... Er blijven er elf in de boot zitten, die allmaal aan hun veilige bestaan vast blijven houden; eentje slechts komt uit de boot om echt nieuwe stappen in zijn leven te gaan zetten. Dat boek heeft me flink aan het denken gezet....
En ik heb nog iets ontdekt! Als mensen werkelijk hun droom gaan najagen, zie je het aan hun ogen! Ze zijn bereid om in actie te komen en dingen te doen die ze zichzelf nooit hadden toegedacht; ze blijken plotseling ergens voor te staan, zijn bereid tegenstand te aanvaarden en pijn te lijden....

Stel je voor dat we daar in het lerarenbestaan allemaal aan zouden gaan lijden: aan de behoefte om dromen na te jagen, over water te lopen, om uit de hangmat te komen en bergen te gaan verzetten.
Wat zou dat met onze leerlingen doen?