zondag 24 november 2013

Houd de dief

Nog even verder breien op vorige week, waarin ik stelde dat leerkrachten terecht gekomen zijn op de onderste sport van de ladder (net als de politieagent en de verpleegster), en dat dat niet alleen maar komt omdat ‘die ander’ (de onderwijsinspectie, de minister, de manager) de schuld heeft maar dat maar al te vaak de beroepstrots verdwenen is…
Uit onderstaande moet je niet denken  dat ik tijd over had om weer een congres bij te wonen. Bovendien ben ik geen schoolleider, dus ik had er ook niets te zoeken (ik hoor ook maar gewoon bij het voetvolk).

Stel je voor: je woont een congres over pedagogisch leiderschap bij, en de spreker zegt:
“De school van tegenwoordig prikkelt niet langer de nieuwsgierigheid van kinderen en helpt hen niet zichzelf te motiveren. Ze maken van alle leerlingen voorspelbare, uniforme producten. Onderwijs is een doodlopende straat en school is een fabriek met te veel bureaucratische regels en standaardtesten. We stelen de dromen van kinderen! Er moet meer aandacht komen aan persoonlijk leiderschap, passie en creativiteit!”
“Wacht niet op een besluit uit Den Haag, want dan kan je wachten tot je een meterslange baard hebt”.
Gelukkig ook nog iets over mijn aandachtsveld ICT:  “Ook in het onderwijs kun je een technologische revolutie verwachten. Het zou naïef zijn om te denken dat daar alles blijft zoals het is. De helft van de postbodes had met de komst van email ook niet direct verwacht dat dit hun baan zou gaan kosten.”


Dit wordt over jouw vak gezegd, en dus over jou. Zo kijkt de buitenwereld tegen je aan: als iemand die met de verkeerde dingen de verkeerde dingen doet…. Trouwens: niet alleen jij voor de klas, maar gewoon: iedereen die op school werkt…
Nog een citaat: “Weet je hoeveel CITO-toetsen een leerling heeft gemaakt voordat ie naar het VO gaat? Dat zijn er maar liefst 95. Heb lef en durf nee te zeggen tegen de onderwijsinspectie”.
(spreker: Ruud Veltenaar, trendwatcher, filosoof en bevliegeraar)

Genoeg uit de mond van een ander. Je kunt je nu afvragen: maar dit was toch een congres over pedagogisch leiderschap?
Precies! Dus moet het ook wel over jou gaan, toch? Want in je klas ben jij de pedagogisch leider.
(Ik loop nu natuurlijk het risico dat ik van de leider op mijn duvel krijg, maar vooruit, dat hoort bij het risico van het ‘nek uitsteken’….). Lig jij er wakker van als iemand je ervan beschuldigt de dromen van de kinderen, die aan jou zijn toevertrouwd, te stelen?

Mijn vrije Siamees zit me vanuit de Catalpa aan te kijken, met zo’n blik op de kop die wil zeggen: “Je kan
me lekker toch niet pakken…, hi, hi, hi!” Het beest heeft die plek bereikt nu ik het kippengaas van de boomstam heb verwijderd. Twee lagen dik, en het hielp geen barst. Net zo lang heeft ze gewurmd, getrokken en gepeuterd tot ze er over heen kon. Mijn ‘groter en meer’ riep bij haar alleen maar ‘dat zullen we nog wel eens zien’ op.
Zij heeft gewonnen. De inspecteur in mij heeft geprobeerd haar in mijn bureaucratisch spinsel van zogenaamde veiligheid te vangen. De vrijbuiter in haar peuterde net zo lang in het door mij aangebrachte spinsel totdat ze kreeg wat ik niet wilde. En nu heeft de pedagoog in mij het kippengaas verwijderd. Van mij mag ze de boom in.

Ik wilde dat ik zo’n vrije Siamees kon zijn… Wat houdt me tegen? Moet ik aangifte doen van diefstal, of heb ik niet opgelet en mij wat laten ontstelen?

zondag 17 november 2013

Huiswerk voor de BHV

Vraag: hoe zit dat eigenlijk met de zich repeterende kreet dat ‘het moet van de inspectie’? (ter info:
bedoeld wordt de onderwijsinspectie).
Wat moet dan… Het gaat dan steevast over CITO-toetsen, over groepsplannen met stimulerende en belemmerende factoren voor iedereen, over kleutertoetsen en … Je zult maar onderwijsinspecteur zijn tegenwoordig; net zoiets als politieman. In de ogen van het publiek kun je het niet gauw goed doen. Maar PO-coördinerend inspecteur Bijsterbosch stelt dat scholen helemaal niet zoveel moeten van de inspectie; slechts methode-onafhankelijk toetsen: 1 kleutertoets tijdens de kleuterperiode (en dat kan een andere zijn dan de CITO-toets), en vijf methode-onafhankelijke toetsen, in groep 3, groep 4 en groep 6. Op basis van de resultaten daarvan wordt, na drie onvoldoende jaren onderzocht of je een zwakke school bent.
De entree-toets is een voorbeeld van een toets die niet hoeft, maar door scholen zelf ‘misbruikt’ wordt; er wordt hevig voor geoefend in veel groepen 7, terwijl je dan al zeven jaren wijsheid hebt zitten in je LVS. En: van de inspectie hoeft het niet….
In het boek: “Het Alternatief; weg met de afrekencultuur in het onderwijs” zou je vermoeden dat de kritiek op de onderwijsinspectie er nog een sausje overheen krijgt. Voor een deel is dat ook zo, er
wordt dan vooral gewezen naar politici en het voortdurend bijstellen van koers en doel. Maar (en dat is misschien meer tekenend voor wat de schrijvers van het boek stellen): onderwijzers en leraren ontbreekt het aan beroepstrots. Zij hebben zich onderaan de machtspiramide laten zetten (net zoals dat bij politie en zorg ook is gebeurd). En, als de beroepsgroep serieus wil dat het anders moet, dan moet die trots weer terug. Anders gezegd: als je het altijd aan anderen overlaat te zeggen wat kwaliteit is, dan heb je je uiteindelijk laten promoveren tot uitvoerder….
Eh… mag je best eens op reageren.
Moet je mij eens zien zitten, gebogen achter mijn computertje. Voorzichtig tikken mijn vingers op de toetsen. Een zweem van pijn trekt over mijn gezicht. Steeds weer neem ik het pincet ter hand. Verbaasd zit de kat achter mij naar mijn gejerimieer te luisteren, en steeds weer buigt ze zich, als ik verstoord terug kijk, over haar poten en likt haar voetzolen schoon.

Naast mij staat een schoteltje. Keurig net liggen ze, naast elkaar, in het gelid. Steeds als ik er eentje naast leg tel ik ze weer allemaal na. De vijfentwintig is reeds gepasseerd. Elk apart heeft een verhaal te vertellen. Elk apart is ook meer of minder rood getint. Bijzonder zou het zijn als elk er van een blijde gedachte zou oproepen. Helaas: slechts trieste herinneringen en scheldwoorden komen op.
Nog eenmaal loop ik vandaag de trap op. Onderweg, op de trap, tel ik de houtkrassen op de muur, de deuken in de verf.  Ik knip het licht aan op mijn ‘nieuwe studeerkamer-in-aanbouw’, en dan trekt eindelijk weer een vrolijke grimlach over mijn gezicht. Nog een weekje, dan zit het er op. Dan is eindelijk die hele interne verhuizing verleden tijd, zit ieder op een nieuwe locatie, zijn alle kamers-op-verdieping van aanblik en inhoud gewijzigd. Eindelijk zal ik mij dan terug kunnen trekken op een stil en rustig plekje in mijn huis, met overzicht over tuin en veranda. Nog even, en dan voel ik mij op vakantie, zelfs in eigen huis….
Daar liggen ze, nog steeds keurig in het gelid. Het rood is langzamerhand verdonkerd en gedroogd.
Elk met eigen geschiedenis. Vrijdag, zaterdag en (stiekem) ook een deel van de zondag is voorbij gegaan met zagen, timmeren en schuren. Steeds weer staken splinters uit mijn vingers, liep het bloed over hout, vertoonde elk deel sporen van mijn hamer- en zaaggeweld. Alsof het hout je persoonlijk afstrafte voor het gemartel.
Is er ook een inspectie voor boekenrekken? Is er ook een toets ter beoordeling van de zaagkunst?
Wat gebeurt er als ik mijn ton boeken in dit rek neerzet?
Waarom hadden ze in mijn HAVO-tijd toch geen houtbewerking op het rooster staan? Wie was er
toen minister van onderwijs? Gebrek aan opleiding. Waarom moet ik toch steeds bij plank vier of staander drie pas op het idee komen dat andersom werken beter gaat, dat ik nog een cirkelzaag zou kunnen gebruiken, dat een kruiskopschroef rommel is, dat een plank van drie meter lang niet kan buigen (zeker niet als het steigerhout is), dat een boor niet om de hoek kan, dat je een bouwtekening goed moet uitwerken….
En de kat? De kat heeft op vier meter afstand voortdurend staan loeren. En steeds zag ik een blik van verwachting op haar gezicht, als ik luid scheldend weer een splinter uit mijn fysiek weg trok.
Ze moet het hebben geweten: als het boekenrek voor ruim duizend kilo aan boeken klaar is, is er ook voor haar een hoekje over…

Eén troost. In januari 2014 mag ik weer op voor de bhv-cursus. Nou, m’n huiswerk zit er tegen die tijd wel op. En mijn rek ligt er dan wellicht weer af...

zondag 10 november 2013

Crisis


Aan het eind van deze zondag moet ik mij er toe zetten jullie Bronnieuws nog toe te zenden.
Na alle ervaringen van deze dag heeft vermoeidheid wel wat toegeslagen. Kerk- en familiebezoek (uit- en thuiswedstrijd), het behoorde vandaag allemaal tot het programma. En dat alles met een knagende drang in het lijf....

Al enige weken gelden opperde zoon één dat hij er wel wat in zag te verhuizen naar de tweede verdieping (tevens de bovenste verdieping van het huis). Nu roept hij wel eens vaker wat, en daarom liet ik het eerst maar wat bezinken; de waan van de dag en zo.
Helaas hield zoon één vol; na ampel overleg met zoon twee zag ook deze de voorgenomen verplaatsing van zoon één wel zitten, waarschijnlijk uit een geruime mate van eigenbelang. Immers:
- zoon twee zou er een grotere kamer aan overhouden èn,
- niet minder belangrijk, dit was een prima vorm van het scheppen van enige afstand….
Als vervolgens ook moeder-de-vrouw overtuigd raakt van nut, noodzaak en mogelijkheden van de interne verhuizing: ja, dan valt er als man weinig anders te doen dan de oude kleren uit de kast te halen, wat te rollen met spierballen en de schone taak aan te vangen.

Ik kan jullie vertellen dat dit geen pretje is. Is, ja, ik zit namelijk midden in het gebeuren. Nu weet ik wat ik vergeten ben bij de bouw van dit huis: de noodzaak van een vierde kamer op verdieping twee die als een soort doorgangsloods kan dienen. Bovendien kan ik dezer dagen de term ‘totale chaos’ tot in mijn tenen voelen. Wat een bende.
Weet je hoe het voelt als je met het volle gewicht van een kast van 2.20 hoog midden op de trap staat en drager twee moet ineens proesten? Of: wat betekent het als je met een ladenkast trede voor trede afdaalt en er mietert een stuk van een traptrede af waardoor je bijna met kast en al in het trapgat verdwijnt en een acute bijna-dood-ervaring je hart doet stokken? Op dat moment voel je heel even de diepere betekenis van ‘de dood in de ogen kijken’….

Vond de kat het in het begin nog wel spannend om wat rond te struinen in de bezittingen van de familie (wat allengs tot een toenemende onoverzichtelijkheid van volledig door elkaar gehusselde stapeltjes papieren leidde), na het echte begin van de verplaatsing-van-chaos heeft het beest zich niet meer laten zien. Het luie kreng (vergeef me de termen die ik bezig op zondag, het is mij nu ook duidelijk dat op zondagswerk weinig zegen rust, denk maar aan die trap) heeft zich gewenteld in doeken, opgerold als voetbal, en zich de rest van de dag op geen enkele wijze meer beziggehouden met de verhuizing. Nee, zelfs de vraag of ze wellicht nog van dienst kon zijn kwam haar niet over de lippen. Slapen en vreten. En af en toe wat grijnzen....

Hier zit ik, na een dag vol hoogten en diepten. Diep in mijn hart borrelde net de nogal demotiverende vraag op: en wat nu als zoon één straks op zijn achttiende besluit te gaan studeren en het ouderlijk huis (meer of minder tijdelijk) te gaan verlaten? Hoe kijk ik dan terug op deze zondag?
Zoon één is inmiddels redelijk gesetteld op zijn hoge uitzichtspost. De troep is geruimd…
Zoon twee heeft eveneens het grootste deel van de bezittingen verplaatst gezien worden en wentelt zich momenteel in de diepe rust van tevredenheid.

En ik? Moegeslagen ben ik terneer gezegen tussen wat eens mijn spullen leken. Als vijftiger kijk ik om mij heen en vraag mij af: hoe heb ik in vredesnaam ooit enige orde gehad (eerlijk, hè, enige orde)?
En erger: hoe krijg ik tussen nu en kerst weer een plekje voor mijn kerstboompje?

zondag 3 november 2013

'Siamezen aan de slag'


Ik weet niet of je het hebt meegekregen: de onderwijsbegroting is inmiddels in de kamer aan de orde geweest. Als je niet van de details op de hoogte bent: je bent vast niet de enige, want zo door de week heb je het druk genoeg met je eigen besognes. In Den Haag kan men daarom besluiten, immers: heb je ooit 100.000 leraren samen gezien op het Malieveld?
Weet je nog, het akkoord tussen kabinetspartijen, D´66, SGP en Christen[Unie? Extra geld voor onderwijs, anders komt de begroting niet door de Eerste Kamer….
Wel, inmiddels weten we dat de Tweede Kamer wil:
- dat er meer geld uit het extra potje naar PO en VO gaat als het aan de Kamer ligt
- dat Passend Onderwijs koste wat kost daar gaat op 1 augustus 2014, als het aan Sander Dekker ligt
- dat het geld dat bespaard wordt op de studiebeurzen nog helemaal niet voldoende helder is vastgelegd (en dus vermoedelijk weglekt)
- dat de BAPO ter discussie staat
- en dat Kamer en minister het regelmatig niet eens zijn.
Schaterlachend heeft mijn kat zich dit weekend eens gebogen over mijn vakblad, het blad van de Aob. Zelf vind ik het al heel wat dat ik niet langer lid wenste te zijn van de christelijke onderwijsvakbond (dat zegt wat over mij, niet over die bond). Mijn kat heeft zich over dit restverschijnsel uit de tijd van verzuiling en verkettering nooit druk gemaakt. Ze grinnikte laatst al: “Zie je het al voor je? Christelijke Siamezen Club? Het bekt wel lekker, zo’n CSC, maar nee, doe mij maar mooi die Bond van Vrije Siamezen, de BvS.”
Goed, ze zat dus over mijn vakblad gebogen, met een vuile grijns op haar mooi getekende Siamezenkop. Haar poten wreven over elkaar bij het kauwen en herkauwen van termen als Passend Onderwijs, BAPO, salarisschaalverkorting, werkurenberekening, etc etc. De grijns werd steeds breder, tot ze uiteindelijk helemaal in een deuk achterover van de verwarming klapte (waarop ze zich met vakblad had genesteld). Dat was trouwens ook de enige pret die ik er aan had.

Van al die termen en werk die ze met zich meebrengen: daar heeft zo’n vrije Siamees geen last van; het beest is tenslotte geheel op mijn kosten levenslang pensionaris met een prima pakket aan secundaire arbeidsvoorwaarden, incl laptop….
Passend Onderwijs? Een vrije Siamees onderwijst zichzelf?
Werkurenberekening? Dat kan op het kussentje van één poot.
Salarisschaalverkorting? Hoezo, kan ie nog korter dan?
BAPO? Wat is dat? De kat van de buren?

2016. Dat is, als we pech hebben, het jaar van de volgende verkiezingen voor de Tweede Kamer (pech, als Nederland nog zo lang voort moet modderen met zo’n volslagen visieloos en met oogkleppen bekleed kabinet). Thuis is het al onderwerp van gesprek: is er nog een politieke partij waar een docent zich in kan herkennen? Wordt het dan misschien niet eens tijd om met Wifi van gedachten te wisselen over een overstap naar de politiek?

Weet je wat nu zo mooi was? Ze lepelde meteen al de slogan van haar ideale kabinet op:
“Siamezen aan de slag”. Zo spontaan… Ik heb haar meteen mijn stem toegezegd…  
Volgende week meer over schapen en slachtbanken.