‘Een bijkomend voordeel’, besluit Henk van der Weijden, ‘van deze geheel andere
opzet van de kwaliteitsbewaking is dat het onderwijs straks niet de rekening
gepresenteerd krijgt voor de bezuinigingenwaar zij zelf tegen waren. Want dat
is bij ongewijzigd beleid de te verwachten uitkomst. De inspectie zal namelijk de aantasting van
de
kwaliteit toeschrijven aan incompetentie van leraren. De scholen die de
inspecteur op zijn beeldscherm voorbij ziet trekken en die aardig hebben
gescoord op de toets, krijgen het ‘vertrouwen’ van de inspectie en worden maar
één keer per vier jaar fysiek gecontroleerd. En dan keer ik het even om: die
andere scholen worden dus gewantrouwd! Maar wat mij nog meer stoort, is dat bij
dat oordeel nauwelijks meegenomen wordt hoe de populatie van zo’n school eruit
ziet. Dat gaat straks dus ook weer gebeuren. Als de kwaliteit terugloopt, zal
men dit toeschrijven aan leraren die niet goed lesgeven. Dat er op een school
veel kinderen zitten die door de bezuinigingen niet bij het speciaal onderwijs
terechtkonden, zal niet meetellen. Die kinderen scoren minder en dat krijgt de
school dus op zijn boterham.
De bron van de ellende blijft dus buiten beschouwing. En men zal dus al helemaal niet zeggen: “Deze achteruitgang komt door die bezuiniging en de andere werkwijze van de inspectie”. Daar zullen de wetenschappelijke instituten of universiteiten wel een keer achter komen. Of over twintig jaar een enquétecommissie à la Van Dijsselbloem. Dan zeggen we: “Dat hadden we eigenlijk niet moeten doen.” (Citaat Henk van der Weijden, oud-inspecteur)
![]() |
inspectrice |
De bron van de ellende blijft dus buiten beschouwing. En men zal dus al helemaal niet zeggen: “Deze achteruitgang komt door die bezuiniging en de andere werkwijze van de inspectie”. Daar zullen de wetenschappelijke instituten of universiteiten wel een keer achter komen. Of over twintig jaar een enquétecommissie à la Van Dijsselbloem. Dan zeggen we: “Dat hadden we eigenlijk niet moeten doen.” (Citaat Henk van der Weijden, oud-inspecteur)

Terwijl ik dit schrijf zit mijn kat op de rand van het beeldscherm te grijnzen. Misschien is het ook wel een vuile blik, wie zal het zeggen. Het beest vermaakt zich als Vrije Siamees waarschijnlijk tot in haar scherpe nagels, omdat ik er zo kwaad over maak.
Ik denk terug aan eind jaren tachtig. Op de school waar ik werk wordt, samen met 99 andere scholen en een universiteit, gewerkt aan de ontwikkeling van het eerste leerlingvolgsysteem in Nederland. Wij trots, immers: straks zouden we de resultaten van onze prachtige leerlingen in grafiekvorm kunnen presenteren. Een collega zegt nog, zo tussen neus en lippen door: “Het is natuurlijk wel een mooi middel voor de inspectie om te controleren….”. Wat een wantrouwen…
Nu zijn we 25 jaren verder. CITO heeft de macht, inspecteurs
hebben geen enkel zicht meer op de werkelijkheid-in-de-klas, leerkrachten
worden geacht tovenaars te zijn en internationale vergelijkingsbarometers
bepalen de windrichting (vooral oostenwind tegenwoordig). En we weten wie het
gedaan heeft als er iets niet op orde is. De zogenoemde inspectiekater….

In een artikeltje in het AoB-blad stelde Herman Godlieb, bekend van zijn schrijfsels in het Nieuwsblad van het Noorden: “Mogen minder excellente leerlingen alsjeblieft ook nog plezier hebben in school?”
Ik heb een hele week lopen oefenen op deze zin. Probeer maar eens. Beetje spelen met de klemtoon, dan kunnen er heel wat verschillende dingen staan.
Hij had zich beter kunnen afvragen of meer excellente leerlingen dat plezier in school mogen beleven. Voor de minder excellente is de vraag dan al beantwoord….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten